In het multi-etnische vluchtelingenkamp Kakuma in Kenia, dat sinds 1992 bestaat, creëren vluchtelingen, humanitaire organisaties en Kenianen samen een plaats die steeds ‘normaler’ wordt. Terwijl vluchtelingen komen en gaan, begint het kamp te lijken op een onvoorziene stad. Een stad bewoond door vluchteling-burgers met privileges ten opzichte van de lokale bevolking, en met haar eigen regels, voorzieningen, economie en geschiedenis.

Voor zijn promotieonderzoek heeft Bram Jansen de sociale organisatie van het kamp onderzocht gedurende twee jaar onafhankelijk antropologisch veldonderzoek.

Vluchtelingen in kampen zijn niet alleen slachtoffers, zoals ze vaak worden geportretteerd. Vluchtelingen zoeken toegang tot de tot overheid verworden humanitaire organisaties door te onderhandelen over hun identiteit. Kwetsbaarheid wordt hierdoor een hulpbron in de humanitaire economie. Dit is voornamelijk zichtbaar in de processen van herhuisvesting.

De 4.000 ‘Lost Boys of Sudan’ en 15.000 Somali-Bantoes die werden geherhuisvest in de VS, zijn vanuit dit kamp vertrokken. De herhuisvesting van een van deze Lost Boys is het onderwerp van de goed ontvangen roman Wat is de wat? van Dave Eggers. Het duidt hoe Kakuma verbonden werd met de rest van de wereld, wat tot uiting komt in stromen van informatie, geld en mensen.