Er is veel veranderd in Buganda

Het Vervolg - 2

Uit de documenten van Paul Julien, collectie Nederlands Fotomuseum

Voor 'Het Vervolg' reist Andrea Stultiens door Afrika. In de voetsporen van Paul Julien werkt zij aan een nieuw project. Dit is deel 2 van haar verslag.
Er is veel veranderd in Buganda

Sinds 2007 ben ik een paar keer per jaar in Oeganda. Voor ‘Het Vervolg’ neem ik wat afstand van mijn Afrikaanse thuis en bekijk ik het als een tijdreiziger door de ogen en opgetekende ervaringen van Paul Julien.

Het land dat we nu kennen als Oeganda werd in de negentiende eeuw door de Britten benaderd via het koninkrijk Buganda, dat een goed werkende organisatiestructuur had en in eerste instantie open stond voor wat de witte bezoekers te bieden hadden. Na een verblijf in het Congolese oerwoud voer Paul Julien in 1932 Oeganda binnen.

‘De reiziger die vanuit Congo komende [...] Uganda betreedt kan nauwelijks zijn ogen gelooven als hij ziet wat in dit land in zoo korte tijd tot stand is gekomen. Op het Albert meer [...] bestaat een voortreffelijk ingerichte scheepvaartdienst die onderhouden wordt met een luxueus stoomschip [...]. Keurige hutten en salons staan den reiziger ter beschikking. In onberispelijk wit gekleede Indische hofmeesters en een stoet zwarte, meest Baganda bedienden vormen het personeel zoodat men zich op een mailstoomer tusschen Bombay en Mombasa kan wanen.’

Waarschijnlijk bereikte Paul Julien zijn grootste publiek in de radiopraatjes die hij hield voor de KRO-radio. In thematische lijnen behandelde hij zijn Afrika-ervaringen. Op 20 januari 1935, in een serie over de Nijl, kwam Uganda/Buganda aan bod.

‘Buganda staat evenals geheel Uganda onder Engelsch protectoraat maar geniet een zeer groote mate van zelfbestuur. De koning draagt den titel Kabaka en heeft zijn paleis op den Mengo heuvel nabij Kampala, een der zeven heuvels waarop de commercieele hoofdstad van Uganda gebouwd is. Dankzij een bijzondere toestemming van de Engelsche autoriteiten kon ik het paleis van de Kabaka bezoeken waar de eeuwige trom dreunt die dag en nacht geslagen wordt en kennis maken met enkele zijner hooge regeeringsambtenaren, natuurlijk allen zwarten, en het groote complex van regeerings gebouwen bezoeken, waar de Lukiko, dat is het parlement van Buganda, bijeenkomt [...].’

De Kabaka en het bestuur van het land waren niet altijd even goede vrienden. Mutesa II werd in de jaren 50 het land uitgezet door de Britse gouverneur. Hij verbleef een tijd in Engeland, waar hij eerder al studeerde. Tijdens zijn ballingschap werd thuis, naar zijn plannen, een nieuwe Lukiko neergezet waarvoor goed gekeken was naar het Britse parlement.

Mogelijk de Lukiko, 1933. Uit de collectie lantaarnplaatjes van Paul Julien, Nederlands Fotomuseum

© Andrea Stultiens: De Lukiko, zoals in opdracht van Kabaka Mutesa II gebouwd midden jaren vijftig, 2013

© Andrea Stultiens: Uitkijk op de ‘Royal Mile’ die het parlementsgebouw verbindt met het paleis, 2013

Julien bewondert de progressie in het land en schrijft die, naast de missie en Britse invloed, toe aan het hoge ontwikkelingspeil van de Baganda. Maar alleen positief vond hij het niet.

‘Als in den namiddag de handelskantoren en de regeerings bureaux in Kampala uitgaan en groote drommen Europeesch gekleede zwarten op de fiets, sommigen per motor of per auto, zich over de spiegelgladde breede asfaltwegen naar hun woning begeven die zeer vaak Europeeschen invloed verraden, als u ‘s avonds de grammofoons hoort schallen door de straten en zwarte jongelui bezig ziet met tennis en golfspel, als u een der bioscopen van Kampala bezoekt waar den inboorlingen zich avond aan avond vergapen aan Amerikaansche films dan krijgt men wel eens den indruk dat het Afrikaansche volkseigen hier verdwenen is, uitgeroeid is en plaats heeft gemaakt voor een kunstmatig overgeplante westersche imitatiecultuur.’

Enkele jaren na Juliens bezoek werd Mutesa’s tombe met behulp van de Britten gerenoveerd. Er werden betonnen kolommen en een stalen balk aangebracht om de constructie te ondersteunen. De stoffelijke overschotten van Mutesas opvolgers werden ook hier ondergebracht en de naam veranderde in Kasubi Tombs. In 2010 vatte het gebouw vlam. Onderhandelingen over de staat waarin te herbouwen zijn nog steeds gaande. Als bezoeker kreeg ik een rondleiding rondom de met een zeildoek afgedekte plek, zag de hutten waar vrouwen die zorg dragen voor de overleden Kabakas wonen en hoorde dat Unesco niet blij is  met de ramen die in de muren zijn geplaatst, want die zijn niet authentiek.

---

Twekobe, 1933. Uit de collectie lantaarnplaatjes van Paul Julien, Nederlands Fotomuseum

© Andrea Stultiens: Twekobe, een herbouwde versie van het in 1966 door regeringssoldaten  aangevallen en verbrande paleis van de Kabaka, nu alleen in gebruik voor speciale gelegenheden en vergaderingen, 2013

Mutesa’s tombe, 1933. Uit de collectie lantaarnplaatjes van Paul Julien, Nederlands Fotomuseum

© Andrea Stultiens: De gerestaureerde toegangspoort tot Kasubi Tombs met in de verte de plek waar de Tombe zich bevond, 2011

(Citaten komen uit een handgeschreven radiolezing die zich bevindt in de collectie van het Nederlands Fotomuseum.)

Aanrader: alles over de reizen en projecten van Andrea Stultiens en bovendien veel prachtige fotografie op Facebook. Of bezoek www.andreastultiens.nl.